12-01-2017 door DVDP
Sneeuwgors verkozen tot mooiste waarneming van 2016
De verkiezing van de mooiste waarneming van 2016 was razend spannend. Het was een nek-aan-nekrace tussen twee soorten. Uiteindelijk werd de sneeuwgors uit Huise nipt verkozen. De vogel werd in december ontdekt door Geert Colembie. De hop die in november te zien was in Zulte strandde uiteindelijk op de tweede plaats. Die vogel werd ontdekt door Wannes Bos. De dwergstern op de Callemoeie in het voorjaar , ontdekt door Niko Van Wassenhove, vervolledigde het podium.
De jaarlijst werd gewonnen door Jacques Vanheuverswyn. Hij zag 180 soorten binnen de regiogrenzen in 2016.
De prijzen werden geschonken door Gerard Mornie en de Vogelwerkgroep.
Foto v.l.n.r.: Jacques, Gerard, Niko en Geert.
04-09-2016 door DVDP
Uitstap naar de moerassen van Harchies
Door Luk Neujens.
Met bijna twintig jonge en nog jongere mensen bracht Vogelwerkgroep Vlaamse Ardennen Plus zondag een bezoek aan de moerassen van Harchies. Het weer zat bijzonder goed mee (we kregen slechts enkele stortbuien over ons heen, maar verder was het relatief warm) en na een mooie situatieschets van Ludo over het ontstaan van het gebied, konden we op zoek naar de bewoners van de vijvers en moerassen.
Al vrij snel maakten we kennis met een twaalftal Koereigers (oranje/gele bek!) die deden wat een Koereiger moet doen: tussen het vee laveren en insecten eten. Even verderop konden we ons vergapen aan een gemengde groep mezen –Pimpelmees, Staartmees, Matkop- terwijl een Cetti’s Zanger zich van zijn luidruchtigste kant liet horen.
Op het pad tussen twee grote vijvers begon dan het serieuzere werk: het verschil tussen Krakeend en Wilde Eend, wat is een eclips- of overgangskleed, hoe komt het dat Kleine Zilverreiger (gele tenen!), Grote Zilverreiger (gele snavel!), Koereiger… hier vroeger bijna niet te zien waren en nu min of meer ‘gewoon’ zijn? Is die kleine fuut daar een juveniele Fuut of een Dodaars? Oh ja, een Geoorde Fuut is dus ook familie van die Dodaars? Met telescopen en verrekijkers werd het overvliegende en ronddobberende en duikende educatief materiaal bekeken en bestudeerd. IJsvogel liet zich horen, een mannetje Bruine Kiekendief kwam zijn rietveld (50 ha!) inspecteren en – denkend aan Cruyff: “elk paaltje heb z’n Aalscholver”.
We probeerden elkaar wat plaats te gunnen in de kijkhutten langs het traject, zodat iedereen de kans kreeg de vogels rustig te bekijken.
Met Torenvalk, Lepelaar (4 stuks! Een bek als een flink uit de kluiten gewassen houten lepel!), Zwartkop, Zomertaling en nog een pak andere dan de vermelde soorten zaten we aan een lijst van rond de veertig soorten. Voor elk wat wils: de beginnende vogelkijker leerde wat bij over vogels die niet dagelijks te zien zijn, de meer ervaren mensen konden kennis doorgeven en soorten zien die in onze regio slechts zelden voorkomen. Voor elk wat wils ook in déze zin: ondanks het niet zo zonnige weer zagen we Houtpantserjuffer, Paardenbijter en Klein Geaderd Witje en misschien net dankzij de regen kruiste een Alpenwatersalamander ons pad (werd hem trouwens bijna fataal, al dat gekruis… pas op!, oef!).
Tjah, dan kunnen we eindigen met een cliché zeker: “het was een geslaagde uitstap”, maar eerlijk waar: wat mij betreft was het dat ook: met een leuke bende heel wat verschillende dieren gezien in een mooi gebied, niet eens zo ver van de Vlaamse Ardennen vandaan.