24-12-2013 door DVDP
Verstoring op Donk zorgt voor slachtoffers
Afgelopen weken kwamen er regelmatig meldingen binnen van dode of gewonde meeuwen rond de Donkvijver in Oudenaarde, meer bepaald onder de hoogspanningskabels die in de buurt van de vijver staan. De meeuwen vliegen er 's nachts tegen en storten dan gewond naar beneden. Sommigen overleven de val niet. De meeuwen vliegen 's nachts op van de slaapplaats omwille van verstoring. Dat gebeurt meestal door bootjes, hoewel dit verboden is tijdens de wintermaanden net om verstoring tegen te gaan. De meeste van de slachtoffers zijn kokmeeuwen, niet onlogisch gezien die het talrijkst aanwezig zijn op de slaapplaats, gevolgd door de stormmeeuwen.
De Donkvijver is de belangrijkste meeuwenslaapplaats in de Vlaamse Ardennen. In de wintermaanden troepen 's avonds duizenden meeuwen samen op de vijver. De kokmeeuwen zijn het talrijkst, met maxima tegen de 4500 aan, gevolgd door de stormmeeuwen, met maxima tegen de 1200 aan. De grotere soorten zoals zilvermeeuwen, kleine mantelmeeuwen en uitzonderlijk eens de zeldzame geelpootmeeuw, pontische meeuw en grote mantelmeeuw blijven er ook slapen.
Foto: Kokmeeuwen door Dimitri Van de Populiere.
20-10-2013 door DVDP
Vinkenslag (door LNE)
In de nacht van vrijdag 18 op zaterdag 19 oktober was het al duidelijk: wie buiten was en goed luisterde en keek, kon Koperwieken en Zanglijsters horen en bij het felle maanlicht zelfs zién overtrekken. Zaterdag zou eindelijk een feestdag worden voor de “trektellers”, die eerder in het najaar nog niet verwend werden met grote aantallen vogels of zeldzame soorten.
GCO en LNE stonden nog vòòr zonsopgang op de trektelpost aan de Leystraat in Wannegem-Lede, en hadden vanaf de eerste minuut de handen vol met het determineren en tellen van vinken, lijsters en leeuweriken. Al van bij het begin werd duidelijk dat twee mensen nog geen fractie zouden kunnen tellen van wat nog maar vlakbij de telpost voorbijvloog, laat staan de diertjes die honderden meters verderop passeerden…
Om vijf na acht konden we al een Smelleken noteren, tuk op al dat lekkers volgt de kleinste roofvogel van Europa trekkende piepers en leeuweriken: zijn meeneemmaaltijd.
Mensen die op de trektelpost staan, krijgen nu en dan een sms van andere vogelwerkgroepleden: “Al iets gezien?” is de voor de hand liggende vraag. De antwoorden deze keer liepen uiteen van “Veel, zéér veel!” via “onvoorstelbaar” tot “HELP!!!”. Die hulp kwam er: ADV, NVW, WSI en later BDE kwamen mee tellen en noteren.
Het tellen van de overvliegende vogels is op zulke momenten bijna frustrerend: je ziet links van je een groepje van dertig, veertig vinken, probeert die zo correct mogelijk te tellen, maar ondertussen zie je dat er op de achtergrond een minstens even grote ‘kliek’ doorvliegt: wat doe je dan? En nog vóór je je verrekijker op die tweede groep gericht hebt, hoor je boven je alweer een andere groep, of een andere soort… Het is zo klaar als een klontje dat er op zulke dagen heel veel ‘onderteld’ wordt: de massa vogels is gewoon te groot om precieze tellingen te kunnen doen.
Nóg moeilijker dan het tellen (of nog meer frustrerend zo je wil), is het noteren: zowel links als rechts van de notulist worden soortnamen en totalen genoemd, en terwijl je op het lijntje ‘vink’ 19 schrijft, hoor je al ‘koperwiek 28’ zeggen en ‘kievit 6’. Op zoek dus naar de juiste regel, maar ondertussen hoor je iemand “blauwe kiek” roepen, en dan wil je zelf toch ook eens kijken… echter weer iemand anders zegt nét op dat moment: “boomleeuwerik …’ om gek van te worden!
Het werd alleszins een fantastischevogelkijk-dag: boeiend om zoveel vogels in zo diverse soortenvariatie te zien overtrekken, in bijna zomerse weersomstandigheden.
De cijfers van de volledige “fenomenale vinkendag”, zoals GCO opmerkte op ‘trektellen.nl’, kan je daar gaan nalezen. Toch willen we jullie de meest markante niet onthouden: 12174 Vinken, 3051 Koperwieken, 1776 Veldleeuweriken en 1647 Kieviten… duizelingwekkend! Rietgors (164), Aalscholver (725), Kramsvogel (576) en Boomleeuwerik (16) lieten ook mooie getallen optekenen, net zoals de zes, misschien wel laatste van het jaar, Boerenzwaluwen.
Zondag 20 oktober, de ‘after-party’. Negen tellers op post, om een heruitzending van zaterdag te bekijken? Niet helemaal: de Vinken doen het met 5308 nog steeds goed, de Spreeuwen gaan voor een honderdtal extra (1249 op zaterdag, 1332 op zondag), maar de lijsters laten het afweten (154 Kramsvogels, 26 Zanglijsters en ‘slechts’ 127 Koperwieken). En kijk: toch nog vier ‘boerkes’, zoals de vogelaars de charmante Boerenzwaluw noemen.
Om twaalf uur houden enkelen het voor bekeken, het stoofvlees en de frietjes wachten thuis, het is mooi geweest. ADV en GCO voelen als volleerde tellers waarschijnlijk aan hun eksterogen dat er nog wat zit aan te vliegen, want zij blijven nog wat ‘nakijken’. Korte tijd later melden ze de waarneming van de kers op de taart: een Roodkeelpieper! Bovendien vliegt het beestje niet over, maar zit het ergens in de mosterd- en klavervelden rond de TTP. Maandag is het piepertje nog aanwezig zodat enkele vogelaars nog kunnen genieten van de aanblik en het geluidje van deze zeldzame gast: een mooie afsluiter van een top-vogelweekend!